Plaatsen > Tiendeveen
Tiendeveen is een uitgestrekt veendorp, eerst gelegen in de gemeente Beilen maar na de gemeentelijk herindeling in de gemeente Hoogeveen in de provincie Drente. Met z’n ongeveer 800 inwoners wordt Tiendeveen gerekend tot de kleine dorpen in Drenthe. Het veen met zijn eigen historie en de ligging en de grootte van het dorp bepalen grotendeels het eigen karakter van Tiendeveen.
Het gebied werd pas tegen 1830 bewoond en ontgonnen en vormt een groot contrast met het zeer oude bewoningspatroon van de zandgebieden in Drenthe. De ontginning was planmatig van opzet waardoor een landschap ontstond met een rechte en open structuur.
Ten zuiden van dit gebied werd al in 1626 op initiatief van Jonkheer Roelof van Echten een begin gemaakt met grootschalige verveningen. Hier ontstond Hoogeveen.
Pas toen een begin is gemaakt met het afgraven van het veen in het Drijbersche Tiendeveen ontstond er langzaam bewoning.
Tiendeveen was van oudsher een onderdeel van de marken van Wijster, Spier en Drijber. Het was een moerasgebied en van weinig betekenis voor de markegenoten. Er stonden toen slechts een 6-tal woningen in dit gebied.
De kern van het huidige Tiendeveen stamt uit de periode 1935-1940. Het verhaal wil, dat tot de bouw van een eerste noodwoning werd besloten nadat er een kind, dat met zijn ouders in een woonboot woonde, in de kibbelwijk was verdronken. Er werden in totaal vier stenen woningen gebouwd. De woningbouw liet vooral in de beginjaren veel te wensen over. Door de slechte woonomstandigheden (veel mensen woonden in krotten en in onbewoonbaar verklaarde woningen) was er grote behoefte aan goede huisvesting. De gemeente bouwde nauwelijks nieuwe woningen en liet geen buitenstaanders toe. Om in aanmerking te komen voor een woning moest men aan de eis voldoen samen vijftig jaar oud te zijn. Het ligt voor de hand dat deze situatie de bouw van clandestiene woningen in de hand werkte. Langzamerhand is Tiendeveen uitgegroeid tot een aantrekkelijk dorp.
De Schoolweg was jaren het centrale punt van het dorp. Daar woonden de veldwachter, de hoofdmeester en de juffrouw van de eerste en de tweede klas. Ook was hier de school en het café.
Tiendeveen ligt in een afwisselend landschap, dat voornamelijk is ontstaan door de ontginning van het hoogveen. De vele wijken (kleine kanaaltjes) die in dit gebied voorkomen zijn ontstaan door turf winning. Dit stelsel van vaarwegen was nodig om het veen te ontwateren en de gewonnen turf af te voeren.
De door het vervenen vrijgekomen gronden waren van slechte kwaliteit en konden door gebrek aan compost en stalmest moeilijk geschikt worden gemaakt voor de landbouw. Men heeft daarom na de vervening op grote schaal bossen aangeplant.
Tegenwoordig bestaat het cultuurland voornamelijk uit graslanden. Het landschap wordt verder gekenmerkt door verspreide verbouwing en bospercelen die de graslanden afwisselen. Enkele bospercelen hebben een natuurwetenschappelijke waarde, omdat ze zijn aangeplant op hoogveen en een soortelijke kruidenlaag bezitten. De wijken hebben hun waterafvoerende functie voor een belangrijk deel verloren. Vele wijken zijn verland tot plaatselijk fraaie moerasvegetaties. Van de grote boscomplexen die vroeger rond Tiendeveen lagen, is alleen nog het complex ten noordwesten van Tiendeveen aanwezig.
In het agrarische gebied ten oosten en ten westen van Tiendeveen liggen nog enkele kleine bosrestanten.