Recepten > Frikandel
De frikandel is de populairste snack in Nederland. Jaarlijks worden er 500 miljoen van verkocht. Het laat daarmee de nummer twee, de kroket, ver achter zich. Hiervan gaan er 350 miljoen over de toonbank.
Gehaktbal
De aanduiding frikandel is eind jaren vijftig bedacht door Gerrit de Vries, een snackfabrikant uit Dordrecht. Toen de gehaktbal van De Vries in verband met nieuwe wettelijke eisen voor het meelgehalte in vleesproducten niet langer gehaktbal mocht heten, gaf de fabrikant hem de vorm van een ruwe worst en noemde hij hem frikandel. Omdat de snack populair is, verandert alleen het uiterlijk en niet de ingrediënten. De naam frikandel werd overgenomen in de jaren ’50 toen uit de ruwe worst de hedendaagse gladde versie ontwikkeld werd, door de slager Jan Becker, in Brabant, om precies te zijn in een taxigarage in het plaatsje Deurne. In 1954 werd de eerste frikandel door Jan Becker geïntroduceerd. Vanaf dat moment is het geen bal meer, maar een worst. De frikandel zoals wij die nu kennen, heeft pas vanaf 1959 het huidige uiterlijk met een lengte van 18 cm, ongeveer 2,5 cm in doorsnede en een gewicht van ongeveer 80 gram.
Separatorvlees
Dat een frikandel niet gemaakt wordt van een biefstuk, wist u misschien al. Maar wat zit er dan wel in? Sommigen denken dat er varkensoren, koeienuiers en paardenhersenen, koeienogen, in worden gestopt, soms zelfs Kattendarmen, maar dat is allemaal een broodje-aap-verhaal. Het verwerken van slachtafval is in de EU verboden. De frikandel bestaat uit ‘separatorvlees’. Dit zijn vleesresten die achterblijven aan botten nadat het andere vlees eraf gehaald is. Er is niets mis met separatorvlees. Het wordt ook veel in knakworsten verwerkt. De frikandel bestaat voor het grootste deel uit varkensvlees (Kinnebak), vroeger paardenvlees van de voorvoet van het paard. De rest van het vlees bestaat uit kip. Verder wordt de ‘vette hap’ gevormd door water, paneermeel, bindmiddel, kruiden, uien en smaakversterkers.
Naam
Frikandel is afgeleid van het Franse woord fricadelle (‘gehaktbal’). Dat woord is verwant met fricandeau (‘mager kalfs- of varkensvlees’) en waarschijnlijk ook met fricassee (‘in stukken gehakt vlees’). Volgerns een andere bron komt de naam voor de vleessnack van het Duitse woord ‘Frikadelle’. In Duitsland is de Frikadelle een platte gehaktbal. De naam wordt overgenomen en prijkt op het glad, fijngemalen exemplaar van fabrikant Beckers.
Met of zonder de ‘n’?
In het Groene Boekje wordt de snack frikadel genoemd, zonder ‘n’. Pas in 2005 wordt ook frikandel mét ‘n’ officieel goedgekeurd. Nog steeds zijn er veel onduidelijkheden: in Nederland, België en Duitsland kennen we het langwerpige, fijngemalen vlees als frikandel. In andere landen kennen ze geen frikandel, maar wel een frikadel. Om het nog moeilijker te maken: in Duitsland en België wordt op sommige verkooppunten de naam frikandel ook gebruikt, maar dan om een gehaktbal aan te duiden. In België wordt de frikandel ook wel curryworst genoemd.
Wedstrijd
De frikandel is zo populair dat er soms wedstrijden mee worden gehouden. Wie kan de meeste frikandellen wegwerken? Er zijn zelfs frikandellenclubs die eetwedstrijden voor hun leden organiseren. Degene die de meeste op kan eten is de grote winnaar.
Sjonnie Noordeinde uit Delft bezit het record voor het eten van de meeste frikandellen in een uur tijd. Hij wist in december 2005 in 60 minuten tijd 47 frikandellen naar binnen te werken.
Recepten
De frikandel wordt vaak naturel gegeten, of met Mayonaise, ketchup, curry, satésaus, mosterd of knoflooksaus. Frituur de frikandel in vet van ongeveer 180 graden, bevroren ongeveer 4 tot 5 minuten. Ontdooid ongeveer 3 tot 4 minuten. Als de frikandel gaat drijven is hij klaar.
Ook het broodje frikandel speciaal is populair. Op een vers wit bolletje smeer je een klein beetje boter. Snij de frikandel door midden en legt hem op het broodje. Doe op de frikandel een beetje mayonaise en een beetje ketchup en voeg als laatste een beetje gesnipperde ui toe. U kunt in plaats van ketchup curry gebruiken.