Thema’s > Skûtsjesilen
Elk jaar houden de skûtsjes Friesland in hun ban. Iedereen die ook maar iets voor het zeilen voelt, volgt de strijd tussen de oude vrachtschepen op de voet. Skûtsjesilen is synoniem met wedstrijdzeilen met oude vrachtschepen, platbodems die rond de eeuwwisseling werden gebouwd om turf, mest en andere lading tot bij de boerderijen te brengen. Hiervoor moesten de schepen ondiepe vaarten in. Daarom werden de schepen dan ook lang en plat gemaakt. Als er wedstrijden waren, en de schipper een paar centen extra kon verdienen, werd alle huisraad uit het skûtsje gehaald en op de wal gezet.
Deze skûtsje-wedstrijden vonden vaak plaats in perioden dat er weinig werk voor de schippers was; de boeren hadden immers wel iets anders aan het hoofd dan denken aan een lading voor de broodschipper. Gelukkig waren er kasteleins die heil in een zeilwedstrijd zagen, bijvoorbeeld tijdens een jaarmarkt. Maar ook hier ging de kost voor de baat uit: de prijsuitreiking was in het café en de winnende schipper moest natuurlijk een rondje geven.
Met de komst van de watersportverenigingen, zo rond 1850, wordt de organisatie overgenomen door clubs, doorgaans bestierd door de notabelen. Dat betekende het eind van het zeilen om geldprijzen en de opkomst van de luxe voorwerpen. De belangstelling voor het skûtsjesilen loopt terug. De komst van de benzinemotor leidt via de opdrukker naar de vrachtschepen en het verdwijnen van vele skûtsjes. Maar een enkeling is zo verslaafd aan dat zeilen met vrachtschepen dat hij de traditie in stand houdt. Tegen het eind van de tweede wereldoorlog nemen enkele skûtsjefanaten het initiatief om het skûtsjesilen weer zijn rechtmatige plaats op de Friese zeilkalender te laten innemen. En nu meer dan vijftig jaar later, bloeit het evenement als nooit tevoren.