Plaatsen > Leeuwarden
Leeuwarden is een gemeente in de provincie Friesland.
De hoofdstraat, de Nieuwestad, wordt in tweeën gesplitst door één van de vele grachten. Op deze winkelstraat komen kleinere winkelstraatjes uit, waar verrassende boetiekjes zijn te vinden. Het historisch winkelhart van de stad kent een groot aantal bijzondere winkels. Ook de Sint Jacobstraat, de Voorstreek en het Naauw zijn voor de liefhebber zeker de moeite waard. Het grote winkelgeheim van Leeuwarden is de Grote- en Kleine Kerkstraat. Met slecht weer is het aan te raden om naar het overdekte winkelcentrum in het Zaailand te gaan. Daar is ook het Wilhelminaplein, waar elke vrijdag een warenmarkt wordt gehouden. In het monumentale centrum van Leeuwarden kunt u onder andere de verschillende culinaire winkeltjes, Boomsma’s Distilleerderij, de vrijdagsmarkt en het keramiekmuseum Princessehof bezoeken.
Grote of Jacobijnerkerk in Leeuwarden
Oorspronkelijk maakte de kerk deel uit van het in 1245 gestichte Dominicanerklooster. De volgelingen van Dominicus (circa 1170-1221) worden Dominicanen, of ook wel Jacobijnen genoemd. De kerk heeft een ingewikkelde bouwgeschiedenis. Eerst bouwde men een kapel die binnen het huidige middenschip lag. Omstreeks 1275 legde men de fundamenten voor een tweebeukige kerk die rond 1310 werd voltooid. Dit gebouw is nog voor een belangrijk deel bewaard gebleven, en vormt nu het koor en het grootste deel van het schip en de noordbeuk. Vanaf de oostkant, vanaf het pleintje Bij de Put, is de gotische architectuur goed te zien. Vanaf die plaats is ook het later aangebouwde Oranjepoortje zichtbaar.
Bij de grote stadsbrand in 1392 ging het dak van de kerk in vlammen op. De dakconstructie van het schip dateert dan ook van circa 1394. Aan het eind van de vijftiende eeuw werd de kerk verder uitgebreid met een brede zijbeuk met karakteristieke topgevels die de kerk vanaf het Jacobijnerkerkhof zijn monumentale aanblik geven. Dit gedeelte werd voltooid in 1504. De rode en gele bakstenen in de topgevels zijn typerend voor de bouwstijl in de latere gotiek.
Direct hierop volgend werd in de hoek van het koor en de zuidbeuk een kapelletje gebouwd. Dit kapelletje kwam gereed in 1515. Ten slotte werd in 1521 de westelijke travee opgeleverd.
De tijd dat de kerk dienst deed als kloosterkerk duurde niet lang meer. De opstand tegen de koning van Spanje leidde tot een religieuze omwenteling. Vanaf 1578 werd de kerk gemeenschappelijk gebruikt door de Dominicanen en de protestanten. Toen in 1580 de rooms-katholieke eredienst in Fryslân werd afgeschaft, werd de Grote Kerk definitief aan de protestanten toegewezen.
In 1588 besloot de eerste Friese stadhouder Willem Lodewijk van Nassau zijn jong overleden vrouw Anna van Oranje, een dochter van Willem van Oranje, in het koor te laten bijzetten. Gedurende bijna twee eeuwen zou de kerk dienst doen als de grafkerk van de stadhouderlijke familie. Tijdens de Franse revolutie is veel vernield, maar in 1948 is de ruimte als huldeblijk bij het vijftigjarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina in ere hersteld.
Tussen 1971 en 76 vond een ingrijpende restauratie plaats. Van 2001 tot 2003 onderging de Grote Kerk opnieuw een restauratie.
Het schip en de zijbeuken van de kerk vormen een wijdse, lichte ruimte. Uit de periode van de Dominicaner monniken (1575) dateren de muurschilderingen van Maria met het kindje Jezus in de zijbeuk. Ook is daar een gedeeltelijk bewaard gebleven apostelserie te zien. Aan het houten tongewelf boven het schip zijn voornamelijk ornamentale schilderingen van omstreeks 1500 bewaard gebleven. Boven het preekgestoelte is nog vaag een afbeelding van Maria met engelen te zien. Het westelijke vak boven de uitbreiding uit 1521 is onbeschilderd gebleven.
De vloer wordt bedekt door tal van fraaie zestiende-eeuwse renaissance-grafstenen. De zandstenen zerken zijn van ouder datum. De oudste (gedeeltelijk) bewaard gebleven grafsteen dateert van omstreeks 1300 en ligt in het westelijke einde van de noordbeuk.
In het schip valt het orgel uit 1724-1727 in het oog. Het is van de hand van de beroemde orgelbouwer Christiaan Müller. De beelden van geloof, hoop, en liefde bovenop het orgel zijn gemaakt door Gerbrand van der Haven. Het barokorgel telt 38 registers en wordt nog regelmatig gebruikt voor orgelconcerten.
Stadhoudersbank
Het transparante liturgisch centrum (van roestvrij staal en glas) in het schip is bij de laatste restauratie ontworpen. De preekstoel stamt uit het derde kwart van de zeventiende eeuw, en is later tijdens een restauratie gewijzigd.
Vooraan in het koor bevindt zich de verhoogde stadhoudersbank van Pieter Nauta uit 1696. De koorinrichting is grotendeels van 1948 en daaropvolgende jaren. De centrale houten tombe draagt twee zwartmarmeren wapenschilden. Dit zijn overblijfselen van het oorspronkelijke monument voor Anna van Oranje uit 1591. De Vlaamse kunstenaar Johan Schoorman ontwierp ze.
Op de noordmuur is een geschilderde reconstructie van het grafmonument voor Willem Lodewijk van Nassau te zien, dat is ontworpen door Pieter de Keyser. De gebrandschilderde glazen in de koorsluiting herinneren aan de verschillende stadhouders, van links naar rechts Willem Lodewijk, overleden in 1620, Ernst Casimir, gesneuveld bij Roermond in 1632, de rouwstoet van Willem Frederik voor de Grote Kerk in 1664, de verdrinkingsdood van Johan Willem Friso bij Moerdijk in 1711, die als laatste in de kerk werd bijgezet, in 1765. Het raam in de zuidwand symboliseert de wederopbouw van Nederland na de oorlogsjaren onder het Huis van Oranje. Met Delft en Breda behoort Leeuwarden tot de drie steden met een koninklijke grafkelder.