Plaatsen > Kootwijk
Kootwijk ligt in de gemeente Barneveld, in de provincie Gelderland.
Kootwijk is qua inwonersaantal de kleinste kern van de gemeente Barneveld. Kootwijk is één van de kleinste dorpen op de Veluwe. Het dorp dankt zijn naam waarschijnlijk aan de vele schaapskooien die er vroeger waren. Het Engelse woord cote betekent schaapskooi en wick betekent wijk. Kootwijk is vooral bekend door Radio Kootwijk (dat overigens onder de gemeente Apeldoorn valt) en het Kootwijker zand – een geweldig mooi natuurgebied.
Het voormalig zendstation Radio Kootwijk is in veel opzichten een uniek complex. Het heeft een bijzonder ontwerp. Het centrale zendgebouw is het eerste in gewapend beton uitgevoerde gebouw in Nederland. Het zendgebouw van Radio Kootwijk is historisch gezien een belangrijk rijksmonument. Vanuit het zendergebouw, gebouwd in 1922, werd in 1923 voor het eerst rechtstreeks contact gelegd met Nederlands-Indië. Na de bevrijding in 1945 was er nauwelijks iets over van de inventaris van het zendgebouw. Terwijl juist dit station zijn belangrijke rol in de periode na de Tweede Wereldoorlog moest gaan bewijzen. INmiddels is de zendfunctie voor het in de jaren twintig gebouwde complex is al lang weggevallen.
De zandverstuivingen van het Kootwijkerzand zijn de grootste in deze vorm in West-Europa (circa 650 ha). De zandverstuivingen op de Veluwe zijn overblijfselen van wat vroeger met recht een milieuramp mocht heten. De boeren, die heideplaggen afstaken als strooisel voor hun schapenstallen, groeven soms zo diep, dat het zand vrijkwam. Als de wind daar vat op kreeg stoof het naar alle kanten en zon stuifzand breidde zich razendsnel uit. De stuifzanden waren een ware plaag voor de Veluwse bevolking, omdat weilanden, akkers, drinkputten en zelfs hele nederzettingen werden ondergestoven. In het Kootwijkerzand zijn overblijfselen gevonden van het oude dorp Kootwijk, dat daar tot de vroege Middeleeuwen heeft gelegen. Pas aan het eind van de vorige eeuw, toen ook de heidevelden werden ontgonnen, pakte men de stuifzanden op grote schaal aan. Hiervoor werd in 1899 Staatsbosbeheer opgericht. De stuifzanden werden beplant met grove den, een van de weinige boomsoorten die in het verstoorde bodemprofiel wilde groeien en met zijn wortels het zand vasthield. Enkele grote zandverstuivingen zijn echter behouden gebleven als natuurgebied. Het is een bijzonder boeiend landschap dat onder invloed van de wind steeds verandert. Als het hard heeft gewaaid ziet het er heel anders uit dan daarvoor.