Betonning op de Waddenzee

Betonning is het markeren van vaarwegen in ondiep water met boeien, tonnen en bakens volgens het internationale IALA-systeem. Op de Waddenzee, waar stroom, getij en ondieptes continu veranderen, vormt betonning een onmisbaar hulpmiddel om veilig te navigeren.

Aanleg en initiatiefnemers

In de middeleeuwen kwamen de eerste vaarwegmarkeringen voort uit lokale initiatieven van vissers en loodsen. Al in 1323 sloten de Hanzestad Kampen en Terschelling een verdrag om de smalle zeestraat tussen Vlieland en Terschelling te bebakenen. Zij bouwden toen de eerste vuurtoren, de voorloper van de latere Brandaris, om de gevaarlijke doorgang te markeren. De Kampenaren betaalden mee en leverden bouwmateriaal, in ruil voor gratis ankerrecht in de natuurbeschutte haven van Terschelling.

In de 19e eeuw bracht het Ministerie van Marine (via het Loodswezen) en later Rijkswaterstaat de betonning onder formeel beheer. Internationale standaardisatie volgde met de Eemsconventie van 1884 tussen Nederland en Duitsland, en werd volledig uitgewerkt in het IALA-A Maritiem Betonningsstelsel van 1956.

Historie in vogelvlucht

  • 1323: verdrag Kampen–Terschelling, bouw eerste baken/vuurtoren op West-Terschelling (voorloper van de Brandaris) om de Zuiderzee-uitgang te markeren.
  • 1570: door stormen en landverlies stortte de eerste vuurtoren in zee.
  • 1594: voltooiing van de derde Brandaris, die er nog steeds staat en dienstdoet als kustwachtpost.
  • Houten prikken: eeuwenlang gebruikte men houten palen en tonnen die regelmatig braken of wegdreven.
  • IJssparren: sinds 2015 experimenteert Rijkswaterstaat met ijsbestendige boeien om kruiend ijs te doorstaan.
  • Kunststoftonnen: in maart 2021 verving Rijkswaterstaat de resterende houten ‘prikken’ door duurzame kunststofboeien met een levensduur van circa 15 jaar.

Eigenaarschap en beheer

  • Rijkswaterstaat (directie Zuidelijke Noordzee) is eigenaar en beheerder van alle betonning in de Nederlandse Waddenzee.
  • Plaatsing en onderhoud gebeuren met gespecialiseerde betonningsvaartuigen, zoals “De Waddenzee” (bouwjaar 1994), uitgerust voor verankering, inspectie en verplaatsing van tonnen en ringkettingen.
  • Toezicht op de betonning en het scheepvaartverkeer wordt continu gevoerd vanuit de zeeverkeerscentrale van Rijkswaterstaat.

Huidige situatie

Tegenwoordig ligt de volledige betonning op de Waddenzee in kunststof uit. De tonnen:

  • Hebben een gemiddelde levensduur van 15 jaar en zijn recyclebaar.
  • Behouden hun positie beter dankzij zwaardere ankerstenen en kettingen.
  • Dienen als navigatiepunt met geïntegreerde radarreflectoren en verlichting op zonne-energie.
  • Worden periodiek gecontroleerd en zo nodig verplaatst door betonningsvaartuigen.

Dankzij deze moderne betonning is de veiligheid voor beroeps- en recreatievaart op de Waddenzee aanzienlijk verbeterd.

Bronnen