Thema’s > Taal
In Nederland wordt één landtaal (Nederlands) en drie streektalen (Fries, Nedersaksisch en LImburgs) gesporken. Daarnaast bestaan er een groot aantal dialecten.
Talen
Er bestaan twee niveaus van erkenning. Het Fries heeft het hoogste niveau. De inwoners van de provincie mogen kiezen tussen Nederlands of Fries als hun standaardtaal. Daarnaast is de overheid verplicht het gebruik van de taal actief aan te moedigen.
Het Nedersaksisch en het Limburgs hebben ieder de lagere erkenning, volgens hoofdstuk II (hoofdstuk I is een inleiding). De inwoners van deze gebieden mogen niet kiezen, maar de overheid is wel verplicht het gebruik van de taal aan te moedigen. De twee talen zijn respectievelijk in 1995 en 1997 erkend. De overheid heeft nog geen duidelijke regels opgesteld om het gebruik van de taal actief te bevorderen.
Fries
Een interessant aspect van de Friese cultuur is de aanwezigheid van een eigen taal. Het Fries behoort tot de WestGermaanse talen, verwant aan het Engels, het wordt door ongeveer 2/3 van de bevolking in Friesland gesproken. In het verleden werd het gebruik van de taal door de landelijke overheid ontmoedigd. In de gebrekkige vertaling van sommige geografische namen zijn nog leuke voorbeelden van deze gedwongen verhollandsing te vinden. Zo is de Tjûkemar (wat zoiets betekent als “Het verraderlijke meer”) vertaald als Tjeukemeer, wat slechts een nabootsing van de klank is.
Het Fries is een officiële taal, naast het Nederlands, en mag gebruikt worden in rechtbanken en documenten van provincie en gemeenten. In de praktijk betekent dat bijvoorbeeld dat naamborden van steden in twee talen worden weergegeven en dat een verdachte voor de Friese rechtbank om een Friese tolk mag vragen. Om de taal levend te houden worden op de Friese scholen lessen in het Fries gegeven. Ook gaan steeds meer Friese gemeenten er toe over om de oude Friese plaatsnamen weer tot de officiële te maken. De laatste tijd heeft de taal een groeiende belangstelling bij schrijvers en componisten.
Nedersaksisch
Er bestaan in Nederland meerdere varianten van het Nedersaksisch. Belangrijke verschillen doen zich o.m. voor in Drenthe en tussen delen van oostelijk Overijssel, de Veluwe en de Achterhoek. De variant Stellingwerfs wordt behalve in de Friese gemeenten Oost- en West-Stellingwerf ook gesproken in Noordwest-Overijssel en de gemeente Westerveld in Zuidwest-Drenthe. Het Nedersaksisch van Nederland sluit in taalkundige zin aan bij het Nedersaksisch/Nederduits in Noord-Duitsland.
Limburgs
Op 14 februari 1997 is het Limburgs officieel door de Nederlandse regering als ‘vreemde’ taal erkend, onder het Europees Handvest voor Regionale en Minderheidstalen.
Van de politieke partij “Pertie Nuuj Limburg” (PNL) is in de zomer van 2000 een initiatiefvoorstel gekomen om het gebruik van de Limburgse taal verder te stimuleren en om een ‘Algemeen geschreven Limburgs’ (AGL) te ontwikkelen en promoten. Dit voorstel is behandeld in de gedeputeerde staten van Nederlands Limburg. Na het laten vallen van het AGL, waarvoor nog niet voldoende politieke steun was, is het voorstel aangenomen. Dit betekent o.a. dat er een streektaalfunctionaris is aangewezen en dat een Raad voor het Limburgs zal worden opgezet. De streektaalfunctionaris is momenteel Pierre Bakkes uit Montfort.
Dialecten
Zoals gezegd telt Nederland naast de drie afzonderlijke streektalen ook vele dialecten. De Stichting Nederlandse Dialecten onderscheidt ongeveer drie hoofddialecten per provincie. De westelijke en polderprovincies telt de stichting niet mee: In de randstad worden dialecten gesproken die erg dicht bij het Standaard Nederlands liggen, de polderprovincies zijn nog te jong om een dialect te hebben ontwikkeld. De stichting komt met deze telling op ongeveer 25 hoofddialecten. In het kader van Vakantieland Nederland voert een verdere uitdieping van dit onderwerp op dit moment nog te ver.