Plaatsen > Den Haag
Den Haag heeft bijna 500.000 inwoners. Het is de op twee na grootste stad van Nederland en beslaat een oppervlakte van 100 km2. Wat Den Haag ook zo aantrekkelijk maakt, is dat maar liefst een derde van dat totaaloppervlak groen is, met meer dan 400 hectare bos. Daarnaast biedt de ‘groenste stad van Europa’ u ook nog eens twee badplaatsen: Scheveningen en Kijkduin. Den Haag heeft een grote diversiteit aan attracties en musea. Het hele jaar door, voor groot en klein. Een bezoek aan Omniversum is een spectaculair en leerzaam avontuur. Duinrell betekent een dagje genieten van de vele attracties en spetterende waterpret. Miniatuurstad Madurodam is het gehele jaar geopend en ’s avonds groots verlicht.
Den Haag is zo heel anders dan de meeste oude Hollandse steden. Het ´mooiste dorp van Europa´ heette het in de 18de eeuw, de eeuw waarin bezoekers van ons land ook spraken over het ´schitterende Den Haag´. Van die glorietijd getuigt nog steeds de mooiste laan van Nederland: het lommerrijke Voorhout.
En welke Hollandse stad heeft nog zo´n stoer middeleeuws kasteel in haar centrum staan? Het werd gebouwd in de 13de eeuw door de graven van Holland. Zij wisten blijkbaar ook toen al de groene en bosrijke omgeving van Den Haag te appreciëren. Met het kasteel als middelpunt ontstond in de loop der eeuwen het Binnenhof, nog steeds het politieke machtscentrum van ons land.
Rondom het Binnenhof vestigde zich de elite in het ruim opgezette hofgebied. Aan de brede lanen en straten staan nog steeds de mooie woningen van de rijken van weleer.
Daarnaast ontwikkelde zich het dorp rondom de St. Jacobskerk met dichte bebouwing in smallere straten. Aan het einde van de 19de eeuw verrezen hier mooie Jugendstilpanden voor de elegante winkels van de inmiddels grote stad. Een knusse, intieme buurt vormt de Denneweg en omgeving met afwisselend restaurants, café´s, antiekzaken en het dromerige Smidswater.
Onze eigen tijd drukt zijn stempel op de gewaagde architectuur van de Resident, een nieuwe, indrukwekkende hoogbouwwijk in het hartje van de stad.
Laat u tijdens de wandeling verrassen door de vele gezichten van Den Haag…
Bezienswaardigheden
(Tenzij anders vermeld bevinden deze zich in het centrum, op loopafstand van Den Haag Centraal)
Den Haag Nieuw centrum (Resident / Stadhuis /Spuiplein) en Nieuwe Kerk
Lopend vanaf Den Haag Centraal richting het nieuwe Stadhuis op het Spui passeer je de Resident. De Resident is een nieuwe wijk met kantoren en woningen, midden in het centrum. Het hoge gebouw met de twee puntdaken dat de skyline van Den Haag domineert heet in de volksmond “de Haagse Tieten”. Bijzonder is dat er een oud en heel lelijk kantoorgebouw op deze plek stond, dat men niet heeft afgebroken. Het nieuwe gebouw is er om- en overheen gebouwd. Ernaast is in aanbouw de Hoftoren, die het hoogste gebouw van Den Haag moet worden.
Eind vorige eeuw besloot het Gemeentebestuur tot de bouw van een nieuw stadhuis met openbare bibliotheek. Het grote, spierwitte gebouw, ontworpen door Richard Meier, werd door de Hagenaars al direct omgedoopt tot IJspaleis, maar door lovende architectuurliefhebbers bezongen als een moderne kathedraal. Het bestaat uit de openbare bibliotheek (het ronde gedeelte aan de voorkant), 2 kantoorgebouwen (waar het grootste deel van de Haagse ambtenaren in werkt) met daartussen het atrium, een enorm overdekt binnenplein.
Naast het Stadhuis ligt het Spuiplein met daaraan de concertzaal Anton Philipszaal en het Danstheater. Het Spuiplein heeft een mooie fontein. Of eigenlijk juist geen fontein: het water spuit direct uit de straattegels in een steeds wisselend computergestuurd patroon. Het allerleukst is overigens als hij opeens begint terwijl er nietsvermoedende mensen overheen lopen. Dit is goed te bekijken vanuit de terrasjes aan de zijkant van het Stadhuis.
Aan de overkant van het Spui ligt de Nieuwe kerk. Toen in de late Middeleeuwen de Haagse bevolking bleef groeien, werd de Grote of St Jacobs kerk te klein. In de 17e eeuw werd er aan het water van het Spui een nieuwe kerk gebouwd in de stijl van die tijd: het Hollands-Classicisme. De gracht is gedempt, maar de kerk ligt nog steeds in een mooie ommuurde tuin waar zich het grafmonument van Spinoza, de beroemde 17e eeuwse filosoof, bevindt.
Plein/Mauristshuis
Het Plein was in de 13e eeuw een grote ommuurde groentetuin, ’s Graven Kooltuin, direct achter de Ridderzaal. In de 16e eeuw raakte de tuin door oorlogsperikelen in verval, waarna Prins Maurits er rond 1600 een siertuin van liet maken. In de 17e eeuw werd het terrein door de Stadhouder verkocht en werd er op gebouwd. De bedoeling was het hele terrein vol te bouwen, maar Stadhouder Frederik Hendrik was daar tegen. Hij wilde iets nieuws, dat hij gezien had in Parijs: een open, vierkant stadsplein, omgeven door huizen. Hoewel alle originele herenhuizen in de loop der eeuwen zijn vervangen door nieuwe, heeft het plein zelf nog z?n oorspronkelijke vorm. In het midden staat een beeld van Willem van Oranje.
Een van de grootste gebouwen aan het Plein is het voormalige Logement van Amsterdam uit de 18e eeuw, waar de stad Amsterdam haar afgevaardigden in huisveste. Dit gebeurde al in de 16e eeuw, maar hoe groter de Amsterdamse welvaart, hoe meer afgevaardigden er waren en hoe groter het Logement moest worden. In de 17e eeuw kocht Amsterdam het eerste huis aan de voormalige Grafelijke moestuin, daarna de twee buurhuizen en in de 18e eeuw werd dit alles samengevoegd. Het gebouw is gerestaureerd en maakt nu deel uit van de Tweede Kamer. Aan het Plein liggen veel cafe’s en restaurants die zomers hun terrassen op het Plein hebben.
Van de oorspronkelijke herenhuizen is alleen het 17e eeuwse Mauritshuis (Korte Vijverberg 8) nog over, het classicistische stadpaleis van Johan Maurits, de Gouveneur-Generaal van de Nederlandse gebieden in Brazilie. Het ligt er nog bijna precies zo bij als 4 eeuwen geleden en is nu een museum met een wereldberoemde collectie Hollandse meesters uit de 17e eeuw, zoals Rembrandt, Vermeer, Hals en Potter. Aan het Mauritshuis is verbonden de Galerij Prins Willem V, het allereerste museum van Nederland.
Binnenhof /Ridderzaal/Hofvijver/Gevangenpoort/Plaats
Deze historische plek is reden voor het ontstaan van Den Haag. In de 13e eeuw besloot Graaf Willem II dat er vlakbij een al eerder door zijn familie gebouwd buitenhuis een echt kasteel gebouwd moest worden. Het ernaast gelegen duinmeertje is nu de rechthoekige Hofvijver. Willem II, een Duitse koning die door de Paus tot keizer gekroond zou worden, koos om politieke redenen deze nog bijna onbewoonde plek in het bos. Nog voor hij tot keizer werd gekroond kwam hij om in een veldslag tegen de West-Friezen, waardoor zijn imposante plannen nooit zijn uitgevoerd. Wel heeft zijn zoon Floris V de Ridderzaal gebouwd, die nog steeds jaarlijks in gebruik is voor de troonrede van de koningin. Er voor ligt een 19e eeuwse fontein met het beeld van Willem II. Heel bekend is het Ministerstorentje, waarschijnlijk uit de 15e eeuw. Oorspronkelijk was het een verdedigings- of uitkijktoren, later werd het achtereenvolgens opslagplaats en gevangenis en vanaf 1849 werd het de vaste werkkamer van de Minister-president.
Het Binnenhof is vrij toegankelijk; in de gebouwen er omheen (Ridderzaal, Eerste en Tweede Kamer) zijn er van maandag tot en met zaterdag van 10.00 tot 16.00 rondleidingen, voor zover de ruimten niet in gebruik zijn. Gesloten op 15 en 16 september en op feestdagen. De toegangsprijs is afhankelijk van de te bezichtigen ruimten. De laatste jaren is het parlementsgebouw uitgegroeid tot klein museum voor schilderijen, design en fotografie. Het meest in het oog springen de witte bustes in de Statenpassage, de centrale hal van het nieuwbouwdeel van het parlementsgebouw. In een flauwe boog staan achttien erflaters van de Nederlandse samenleving op een rij. Van dichter Joost van den Vondel tot staatsman Johan Rudolf Thorbecke, van stedendwinger prins Frederik Hendrik tot geleerde Anna Maria Schuurman. De beelden komen uit verschillende musea; sommige stonden daar dik onder het stof in depots weg te kwijnen. Achter de bustes waakt een gipsen Icarusfiguur, getiteld ‘Illusie’, die de politici waarschuwt voor te veel hoogmoed.
De rond 1300 gebouwde Gevangenpoort (Buitenhof 33) was vroeger de voorpoort van het Buitenhof, die van 1400 tot 1800 als gevangenis werd gebruikt. De Gevangenpoort is nu rijksmonument en Museum, waar de gevangeniscellen en martelwerktuigen te bezichtigen zijn. Bezoek is alleen mogelijk door middel van een rondleiding.
Als je de Gevangenpoort doorloopt kom je op de Plaats. Dit was oorspronkelijk de ommuurde tuin van een van de eerste huizen van de Graven van Holland, waardoor dit driehoekige pleintje nog ouder is dan Den Haag zelf!
Later kwam er de bij de Gevangenpoort behorende galg te staan, en nu staat er het standbeeld van Johan de Witt, die hier in de 17e eeuw samen met zijn broer Cornelis vermoord is.
Lange Voorhout/Denneweg
Het Lange Voorhout is meest deftige deel van Den Haag, waar de aristocratische sfeer van de 18e eeuw goed bewaard is gebleven.
In de 13e eeuw was het Lange Voorhout een kloostertuin met een paar kleine huisjes, maar in de loop der eeuwen is er steeds in de bijbehorende stijlen gebouwd. In de 17e eeuw moet het hele Voorhout vol gestaan hebben met huizen met trapgevels, waarvan er nog een aantal bestaan, zoals het Pagehuis op nr. 6. Andere opmerkelijke gebouwen zijn het Paleis Lange Voorhout op nr. 74 uit de 18e eeuw. Vroeger was het een paleis van koningin Emma en nu een museum met een permanente, deels virtuele, tentoonstelling over het werk van de beroemde graficus M.C. Escher.
De 13e eeuwse Kloosterkerk staat op de hoek met de Kneuterdijk en ergens is tussen de deftige herenhuizen het smalste huis van Den Haag (183 cm breed) te vinden.
Paleis Noordeinde/Paleistuin
Koningin Beatrix woont in Huis ten Bosch in het Haagse Bos, maar werkt in het paleis Noordeinde. Het is in de 16e eeuw gebouwd, maar in bijna alle eeuwen wel een keer verbouwd. Soms ook om eerdere verfraaiingen weer te verwijderen. De Paleistuin is overdag voor het publiek toegankelijk via de ingang Prinsessewal.
Grote of St. Jacobskerk/Oude Stadhuis/Passage/Haagse Bluf
In de 13e eeuw was er vlakbij het Buitenhof al een houten kerkje dat St. Jacobs Kerk heette. In de 15e eeuw werd het kerkje vervangen door een, in de gotische stijl van die tijd gebouwde, stenen kerk. Omdat deze veel groter was dan het oorspronkelijke houten kerkje, sprak men vanaf dat moment over de Grote Kerk. De kerk is een aantal keren gedeeltelijk afgebrand, hoofdzakelijk door inslaande bliksem in de toren, maar steeds weer herbouwd. Daardoor is de oorspronkelijke gotische stijl inmiddels onherkenbaar. Toen de Ridders van het Gouden Vlies in 1456 bijeenkwamen in de Ridderzaal bezochten zij ook de Grote kerk waar hun wapenschilden nog steeds aan de muur hangen. Ook zijn er diverse praalgraven te vinden.
Met Kerstmis wordt er nog een gereformeerde nachtmis gehouden en er wil nog wel eens een prins van Oranje trouwen, maar de kerk is tegenwoordig vooral in gebruik voor beurzen en conferenties (en daardoor niet altijd open voor het publiek).
Tot de bouw van het Stadhuis in de 16e eeuw stond er een “Dorpshuys van Die Haghe” aan de Groenmarkt, geen plein maar een smal straatje. Nadat Den Haag een keer was geplunderd door de Hertog van Gelre, werd er door de inwoners geld ingezameld om stadsmuren te bouwen. Om onduidelijke redenen besloten de burgemeesters (ook wethouders heetten toen burgemeester) echter om het geld te gebruiken voor een nieuw stadhuis. In de 80-jarige oorlog kwam deze historische stadhuisaffaire Den Haag duur te staan, want de stad kon zich absoluut niet beschermen tegen de Spanjaarden. Wel heeft dit Stadhuis uiteindelijk 4 eeuwen dienst gedaan. In de 18e eeuw is er nog een stuk aangebouwd omdat het te klein werd, en in de jaren ’70 van de vorige eeuw nog een stuk, dat zo oerlelijk was dat het 30 jaar later weer is gesloopt. Op deze plaats staat nu een bijzondere en kleurrijke winkelgalerij waarvan het hoekgebouw de Snoeptrommel wordt genoemd.
In het Oude Stadhuis wordt nog regelmatig getrouwd en eronder zit een goed restaurant met de passende naam de Catacomben. Naast het lekkere eten is een kijkje in deze oude kerkers, die nog stammen uit de tijd van het Dorpshuys, zeker de moeite waard.
De Passage is rond 1880 gebouwd in Neo-Renaissance stijl. Het is een overdekte winkelstraat, een mode die aan het eind van de 19e eeuw uit Parijs was overgewaaid. de Minister van Ontwikkelingssamenwerking, Agnes van Ardenne, een monument voor de democratie in de Passage, een historische overdekte winkelstraat in het hartje van Den Haag. In de Passage hangt een monument voor de democratie. Het monument bevat een plakkaat met de spreuk ‘Passage to Democracy’ op de gevel boven de ingang van het Nederlands Instituut voor Meerpartijen Democratie (NIMD), een organisatie van zeven politieke partijen (CDA, PvdA, VVD, GroenLinks, ChristenUnie, D66 en SGP) die democratie bevordert in ontwikkelingslanden.
De Haagsche Bluf is een nieuw winkelcentrum, gebouwd in een mengelmoes van oude en nieuwe bouwstijlen. Er staan copieen van nog bestaande en verdwenen historische panden, twee originele 18e eeuwse Franse fonteinen en een namaak Toscaanse toren. Alles bij elkaar een bizar maar gezellig geheel met een paar kleine terrasjes. Op de eerste etage bevindt zich een speeltuin, het terras van de Haagse Lounge en een vijver met vissen.
Prinsegracht / Grote Markt /Tramtunnel/Boterwaag/Koorenhuis
Nadat in de 17e eeuw de Prinsegracht was gegraven, werd Grote Markt de belangrijkste warenmarkt van Den Haag. De boeren uit het Westland brachten er hun producten via de grachten Loosduinsevaart en Prinsengracht. Behalve groenten werd er gehandeld in boter en kaas, en koren, waarvoor men aparte handelshuizen bouwde: het Boterhuis en het Koorenhuis.
De Boterwaag, zoals het Boterhuis tegenwoordig heet, werd samen met de naastgelegen panden in de 80-er jaren van de sloop gered en geheel gerestaureerd. De begane grond is een gezellig cafe met een middeleeuwse sfeer. De bovenste etages werden vroeger bevolkt door het Schildersgilde en het Apothekersgilde en tegenwoordig, na de restauratie, door studenten van het Koninklijk Conservatorium. Het Koorenhuis, ook uit de 17e eeuw was, zoals de naam al zegt, het handels- en opslaghuis voor koren. Van het oorspronkelijke gebouw bestaan alleen nog de buitenmuur en de hal, erin en erachter is een modern gebouw neergezet waar een opleidingsinstituut voor beeldende kunst en muziek is gehuisvest.
Rond 1900 werd de Prinsegracht samen met de meeste andere binnengrachten en -havens gedempt, en in de dertiger jaren werd de markt zelf verplaatst naar een uithoek in de snelgroeiende stad: het Hobbemaplein. De Grote Markt heeft zich in de afgelopen 25 jaar ontwikkeld tot uitgaansgebied met gezellige, maar in het weekend overvolle, cafe’s die zijn gehuisvest in oude handels- en opslagpanden, zoals de Zwarte Ruiter. In de zomer is de Grote Markt een groot terras, met een directe ingang naar de omstreden tramtunnel. Of 2 ondergrondse tramhaltes 10 jaar bouwen en bijna 250 miljoen euro moeten kosten is maar de vraag. Maar de moderne architectuur, de zorgvuldige uitvoering (met een kleine archeologische tentoonstelling) maakt een kijkje ondergronds zeker de moeite waard.
Vredespaleis/De Haagse Beek
Het Vredespaleis (Carnegieplein 2) is rond 1910 gebouwd in een potpourri van neo-stijlen en biedt onderdak aan het Hof van Arbitrage van de Verenigde Naties, het Internationale Gerechtshof, de Academie voor Internationaal Recht en een bibliotheek. Het ligt buiten het centrum, maar is vanaf het Centraal Station goed te bereiken met trams 7 en 8, die een halte hebben vlak voor het Vredespaleis. In het weekend en op feestdagen gesloten. Er zijn vaste rondleidingen maar deze kunnen vol zitten, het is aan te raden hier eerst naar te informeren: Vredespaleis 070-3024137.
In de tuin van het Vredespaleis loopt de Haagse Beek een stukje boven de grond. Deze voedde in de Middeleeuwen het duinmeertje (nu de Hofvijver) waaraan Den Haag ontstaan is en heette destijds Haragha. De Beek ontspringt in de duinen bij Kijkduin en stroomt al eeuwen richting Scheveningen, en van daaruit door park Sorghvliet, langs het Vredespaleis. Daar gaat hij ondergronds: onder de Zeestraat, Noordeinde, Kneuterdijk de Hofvijver in.
Singelgrachten
Den Haag had na de 80-jarige oorlog wel de behoefte, maar geen geld om stadsmuren te bouwen. In plaats van muren werd aan het begin van de 17e eeuw een verdedigingssingel aangelegd, die er nog steeds is: Noordwal, Prinsessewal, Mauritskade, Hooigracht/Smidswater, Oranje Buitensingel, Uilenbomen, Bierkades, Zuidwal, Houtzagerssingel, Zoutkeetsingel, Noordwestbuitensingel. De Stichting Ooievaart verzorgt in de zomermaanden elke vrijdag en zaterdag rondvaarten door de Singelgrachten en de Kanalen naar Scheveningen. Reserveren kan bij het kantoortje op de hoek Wagenstraat /Dunne Bierkade.
Parken In het centrum liggen de Paleistuin en het Haagse Bos met daarvoor de Koekamp. Verder weg het Zuiderpark , een skateparadijs met nieuw asfalt (bereikbaar met trams 8 en 9), het Westbroekpark met rosarium (tram 1 en 9) en het park Clingendael (bus 23 en 29) waar in de maand mei de Japanse tuin open is voor het publiek.
Haags Historisch Museum
Het Haags Historisch Museum is gevestigd in de Sint-Sebastiaansdoelen, midden in het historische hart van Den Haag. Het pand werd in 1636 gebouwd op de plek van een ouder doelengebouw, de Doelenpoort. Enkele kruisgewelven van dit oorspronkelijke gebouw zijn bewaard gebleven in de nieuwe schuttersdoelen. De schutters van het Sint-Sebastiaansgilde gebruikten het pand voor feesten en bijeenkomsten. Direct achter het gebouw, parallel aan de Korte Vijverberg, lagen hun schietbanen. De nieuwe semi-permanente opstelling ‘Rijksmuseum aan de Hofvijver. Topstukken van de vaderlandse geschiedenis’ toont aan de hand van enkele topstukken van het museum en de belangrijkste, authentieke objecten van de afdeling Nederlandse Geschiedenis van het Rijksmuseum de hoogtepunten van de vaderlandse geschiedenis. Omdat Den Haag al eeuwenlang regeringsstad en residentie van de Oranjes is, heeft menige historische gebeurtenis in Den Haag plaatsgevonden; rond de Hofvijver is geschiedenis geschreven.
Openingstijden Dinsdag t/m vrijdag 10.00 uur 17.00 uur; Zaterdag en zondag 12.00 uur 17.00 uur; Op feestdagen is het museum geopend van 12.00 tot 17.00 uur. Op Oudejaarsdag sluit het museum om 16.00 uur. Het museum is gesloten op Nieuwjaarsdag, Prinsjesdag en Eerste Kerstdag.
Joodse wijk
De vroegere joodse buurt van Den Haag werd begin jaren dertig – dus ruim voor de oorlog – al grotendeels gesloopt bij de ontwikkeling van de Grote Marktstraat. Het is nu opnieuw ingericht vanwege de verbouwing van het Markthofterrein tot de Spuimarkt. Het Rabbijn Maarssenplein grenst aan de tuin van de Nieuwe Kerk op de plaats waar vroeger de Joodse school stond. Het Rabbijn Maarsenplein is vernoemd naar de geestelijke die veel heeft betekend voor de joodse gemeenschap in Den Haag en die in 1943 is omgekomen.
Op het Rabbijn Maarssenplein staat een monument ter nagedachtenis van de 1700 joodse kinderen die in de Tweede Wereldoorlog uit Den Haag werden weggevoerd en daarna omgebracht. Het monument is uitgevoerd als klimtoestel en is ontworpen door de kunstenaars Sara Benhamou en Eric de Vries.
Juliana van Stolberg wordt op het Haagse monument omringd door haar zonen. Onder haar rechterhand prins Willem van Oranje, onder haar linkerhand graaf Lodewijk.
Juliana van Stolberg standbeeld
In Den Haag in de Koningin Marialaan, zon tien minuten lopen ten noordoosten van het Centraal Station staat het enige standbeeld in Nederland van Juliana van Stolberg.
Het initiatief voor het Haagse standbeeld werd in de jaren twintig van de vorige eeuw genomen. De achttiende verjaardag van prinses Juliana naderde en een nationaal comité wilde ter ere daarvan een gedenkteken oprichten voor haar historische voorgangster Juliana van Stolberg. De kunstenaar A. M. IngenHousz (1881-1953) kreeg de opdracht. Hij ontwierp een zandstenen monument. Het is het eerste officiële gedenkteken in Nederland dat aansluit bij de modernere, gestileerde vormgeving.
Juliana van Stolberg staat hoog op de sokkel, haar hoofd lichtgebogen, haar handen gespreid, als omvatte zij de omgeving waarin haar zonen geplaatst zijn. Zij beheerscht de compositie, zooals zij haar omgeving beheerschte, zo zegt IngenHousz het in zijn toelichting bij de onthulling.
Op het standbeeld wordt Juliana omringd door haar vijf zonen, die zo veel betekend hebben voor de geschiedenis van Nederland. Onder haar rechterhand staat Willem van Oranje. In reismantel en gelaarsd, als om zijn rusteloos bestaan weer te geven. Onder Julianas linkerhand staat Lodewijk met een staf in zijn hand. Dat symboliseert zijn grootheid op het slagveld. Aan de achterkant van het monument staan Adolf en Hendrik en in het midden Jan de Oude.
Prinses Juliana onthulde het monument op 23 april 1930 zelf; in aanwezigheid van koningin Wilhelmina en koningin-moeder Emma, twee grote bewonderaars van Juliana van Stolberg. Het monument stond toen op het Louise de Colignyplein midden in de wijk Bezuidenhout. Op 3 maart 1945 hebben Engelse vliegtuigen per vergissing hun bommen op het Bezuidenhout geworpen in plaats van op het Haagse bos, waar de Duitsers V2-raketten en lanceerinstallaties hadden staan. Ruim vijfhonderd mensen kwamen om het leven, duizenden Hagenaars raakten dakloos. Het standbeeld van de gravin, dat midden in de wijk staat, bleef gespaard tijdens de bommenregen. In 1954 moest het alsnog wijken voor de aanleg van een nieuwe tramlijn en verhuisde het naar de Koningin Marialaan.
Haagse attracties voor een leuk dagje uit, zijn: Holland Casino (Scheveningen), Madurodam, Omniversum, SEA LIFE (Scheveningen), Duinrell, Museon, De Uithof, Vitalizee en het Panorama Mesdag.
Beach Resort Kijkduin is in vele opzichten kleinschaliger dan Scheveningen, maar daarom zeker niet minder leuk. Op het Deltaplein treft u een grote diversiteit aan winkels en restaurants aan en de terrassen langs de boulevard bieden uitzicht op de Noordzee. En als u even de rust wilt opzoeken, bent u binnen enkele minuten in de duinen. De ideale plek voor een flinke wandeling of fietstocht.