Plaatsen > Urk (Fl)
Urk is een gemeente in de provincie Flevoland. Voor de inpoldering van de Noordoostpolder was Urk een eiland in de Zuiderzee, tegenwoordig is het een vissershaven aan de IJsselmeerkust. Urk is de kleinste gemeente (104 98 km² waarvan 97 37 km² water) van de provincie Flevoland en telt per 1 januari 2003 16.749 inwoners. Urk is een voormalig eiland in de Zuiderzee (tot het gereedkomen van de afsluitdijk 1932) en in het IJsselmeer tot 1939. In 1939 was de dijk die Urk met Lemmer verbond gereed en in 1942 werd de Noordoostpolder drooggemalen.
Rond het IJsselmeer bevindt zich een boog van keileemopduikingen die ontstaan zijn in het Pleistoceen: Texel Wieringen Urk de Voorst Gaasterland. Ten zuiden van die boog heeft zich als gevolg van smeltwater een meer gevormd het latere Almere. Ten noorden van de keileembult van Urk stroomde de Vecht in het Almere. Ten zuiden van Urk stroomde de IJssel met haar zijarmen.
Door het warmer worden van het klimaat rees de zeespiegel. Rond 1200 werd de Zuiderzee gevormd en werd Urk een eiland. Doordat er geen beschoeiing was werden in de loop van de tijd grote stukken van het eiland afgeslagen. De zuidwestzijde die loodrecht uit zee oprees noemde men het Hoge Klif. Rond 1700 is het eiland door de gemeente Amsterdam van een zeewering voorzien.
De oudst bekende vermelding van de naam ‘Urk’ is de schenkingsakte uit 966 van keizer Otto I aan het Sint-Pantaleonsklooster te Keulen. Het water bij Urk moet overigens toen, blijkens bodemonderzoek van de Zuiderzee en gegevens uit de historie, zoet zijn geweest. Urk komt in 966 voor het eerst als “een eiland in het Almare” en als grondgebied behorend tot de gouw Salland voor in de afschriften van oorkonden, waarin mededeling wordt gedaan dat Keizer Otto de Grote de ene helft van Urk aan het Pantaleonsklooster te Keulen gaf en de andere helft aan de St. Vitusabdij in Hoog-Elten. De tekst luidt: “cuiisdam insulae medietatem in Almere que Urch vocatur” ( zeker eiland in Almere dat Urch genoemd wordt).
Van 1660 tot 1792 hoorden Urk en Emmeloord (het noordelijkste dorp van Schokland) bij de gemeente Amsterdam. Tot 1950 hoorde Urk bij de provincie Noord-Holland. Tot 1986 hoorde Urk bij de provincie Overijssel. Tegenwoordig hoort de gemeente bij Flevoland.
Urk is altijd een eiland geweest, totdat op 3 oktober 1939 de dijk Lemmer-Urk wordt gesloten. Urk is dan geen eiland meer.
De belangrijke economische pijler van het dorp is de visserij. Na de totstandkoming van het IJsselmeer gingen de Urkers vissen op de Noordzee. Momenteel is Urk een zeer welvarend dorp.
In geestelijk opzicht viel Urk onder het toezicht van het St. Odulphusklooster van Stavoren, dat later ook grondgebied op het eiland wist te verwerven.De heerschappij over Urk zou naderhand, zoals zal blijken, nog vele malen wijzigen
Voor de naam van het eiland bestaat geen sluitende verklaring. Toch lijkt het begrip hoogte, dat wel als mogelijke betekenis is genoemd, een goede gissing te zijn. Etymologisch staat Urk naast Ork, wat onder meer inhoudt onhandelbaar, koppig, onverzettelijk, begrippen die in beeldende zin heel wel passen bij een uit het water oprijzende hoogte, gelijk een rots. Daarnaast is Urk als eiland ongetwijfeld steeds een toevluchtsoord geweest, hetgeen een rots in figuurlijke zin vanouds is. De genoemde betekenissen van ork kunnen overigens tevens karakteristiek zijn voor sommige wateren, hetgeen een verklaring zou kunnen zijn voor diverse ork-achtige riviernamen.
Sedert de dertiende eeuw lieten de graven van Holland rechten op Urk gelden. De kloosters hadden het eiland niet meer in eigendom, Urk had nieuwe heren gekregen. Later zou het eiland nog een aantal malen al dan niet rechtmatig van eigenaar wisselen. In het jaar 1660 kwam Urk in het bezit van de stad Amsterdam. Aan Amsterdam en in het bijzonder aan burgemeester Nicolaas Witsen, heeft Urk veel te danken gehad.
Als aangesteld ambachtsheer heeft hij met name veel gedaan om Urk tegen afkalving te behoeden. De belangStelling van Amsterdam voor Urk was een gevolg van de ligging van het eiland aan de drukke scheepvaartroute in de Zuiderzee. Het behouden van Urk bleek door het vele onderhoud aan de zeeweringen echter een kostbare zaak te zijn en op 4 april 1792 gaf Amsterdam met “lastig domein” terug aan de Staten van Holland als leenheren. In 1814 werd Urk een Noordhollandse gemeente. Bij Koninklijk Besluit van 22 juli 1825 kreeg de schout de titel van Burgemeester.
Als op 28 mei 1932 de Afsluitdijk dicht gaat, houdt de Zuiderzee op te bestaat en wordt na zoveel eeuwen water bij Urk weer langzamerhand zoet. Urk krijgt in 1948, na het droogvallen van het nieuwe land in 1942, zijn eerste wegverbinding met de “vaste wal” en behoort vanaf 1950 tot de provincie Overijssel. Per 1 januari 1986 is het overgegaan naar de nieuwe provincie Flevoland.
Bezienswaardigheden
Urk is een prachtig dorp en zeker de moeite van een bezoek waard. Op het hoogste gedeelte van het voormalig eiland in de oude dorpskern is in de nauwe steegjes de vroegere sfeer nog te proeven. Het oude straatbeeld nodigt uit ter plekke een kijkje te nemen.
De vuurtoren
De vuurtoren bevindt zich op het hoogste punt van het voormalige eiland. Vanwege de drukke vaart over de Zuiderzee besloten de Staten van Holland in 1617 een vuurbaak op Urk te bouwen. Deze vuurbaak moest door de afkalving van het eiland verschillende malen worden verplaatst. De huidige vuurtoren is in 1844 opgetrokken van baksteen, rond van vorm en wit van kleur. De toren is bijna veertien meter hoog en toont s nachts een schitterlicht: elke vijf seconden een schittering van 0,2 seconden.
Tijdens de zomermaanden kan de vuurtoren worden beklommen. Buiten het seizoen is de vuurtoren op afspraak te bezichtigen. Voor de toren is een verrekijker geplaatst. Van hier uit zijn bij helder weer drie provinciën te zien: Flevoland, Noord-Holland en Friesland.
Links in het zuidoosten is de Ketelbrug, die de Noordoostpolder en Oostelijk Flevoland verbindt, zichtbaar. Rechts daarvan, in zuidzuidwestelijke richting, ligt Lelystad met de Flevocentrale en de zendmast. Recht vooruit in het westen ligt Noord-Holland met Enkhuizen. Iets naar rechts hiervan ligt zon zeventig meter uit de wal de Ommelebommelesteen. In noordnoordwestelijke richting zijn de kliffen van Gaasterland te zien. Helemaal rechts tenslotte ligt de dijk naar Lemmer. Op de dijk, die ongeveer 23 kilometer lang is en op 3 oktober 1939 werd gedicht, staan vijftig windmolens.
Tegenover het Kerkje aan de Zee staat een gedenkteken voor de op zee omgekomen vissers. Het is in 1968 door Koningin Juliana onthuld.
Kunstenaar G. van der Leeden heeft een beeld gemaakt van een vissersvrouw die nog eenmaal achterom kijkt naar zee, na vergeefs gewacht te hebben op haar geliefden. Rond het standbeeld zijn 33 marmeren platen, met de namen van slachtoffers, in een muur gevat. Van 1865 tot 1904 zijn 210 vissers omgekomen en in de laatste 100 jaar nog eens 143 mannen. Hieronder bevonden zich kinderen van 10 en 11 jaar.
Kerkje aan zee
Vlakbij de vuurtoren bevindt zich een ander monument. Het Kerkje aan de Zee is omstreeks 1600 gebouwd en na ongeveer 30 jaar op een eilandje voor de kust van Urk komen liggen. Het was alleen wadend door zee of per bootje bereikbaar. In 1786 is het Kerkje aan de Zee herbouwd, voor een bedrag van nog geen 15.000 gulden ( 6.807). Herbouw bleek noodzakelijk omdat het kerkje in de laatste dagen van zijn bestaan zo bouwvallig was dat het moest worden afgebroken.
Het kerkje is in de jaren 1988/1989 voor het laatst gerestaureerd. Toen is ook het orgel vervangen door een Van Dam orgel (bouwjaar 1906) afkomstig uit de Hervormde kerk in Munnikeburen. Boven de hoofdingang van het kerkje zit nog steeds een gedenksteen als blijk van de vroegere band met de stad Amsterdam.
Visserijmuseum
In 1978 is het Vissersmuseum opgericht. Het werd gevestigd in het voormalige gebouw van ‘Hulp en Steun’ aan de Westhavenkade. Sinds 1989 is het in museum “Het Oude Raadhuis” gevestigd. Dit karakteristiek vormgegeven pand is het voormalige gemeentehuis van Urk. Hier bevindt zich ook de VVV.
Het is in 1905 gebouwd door architect J.S.L. Frowein. De linker- en rechtervleugel van het gebouw waren vroeger respectievelijk burgemeesters- en dokterswoning.
Het museum biedt een beeld van de wijze waarop de Urkers vroeger leefden op het kleine eiland in de Zuiderzee. Dit is goed te zien in de authentieke Urker woning die in 1998 bij het museum is gevoegd. In het museum wordt onder andere klederdracht, dorpskunst, een scheerwinkel, een zeilmakerij en een kruidenierswinkel getoond. De tentoongestelde Kromhoutmotor toont het begin van de motorisatie van de vissersvloot. Ook zijn er doorlopend videopresentaties over het leven op Urk te zien.
Bethelkerk
Met 1200 zitplaatsen is de Bethelkerk de grootste op Urk. Ze staat vlakbij het museum.
De eerste kerk op deze plaats is in 1851 gebouwd. Deze kerk is in 1885 afgebroken en op dezelfde plaats is het huidige gebouw verrezen. Van de oorspronkelijke kerk zijn het aangebouwde gedeelte met consistorie en de toren met luidklok nog aanwezig. Het interieur en de inventaris van de Bethelkerk zijn voor een belangrijk deel in de oorspronkelijke staat bewaard gebleven. De originele in 1885 vervaardigde preekstoel staat op een vierkante kolom. Het zware geprofileerde baldakijn vormt tevens de frontvoet van het in 1910 geplaatste orgel. Dit is in 1792 door Abraham Meere gebouwd. Het orgel is voorzien van vleugelstukken versierd met muziek- instrumenten en een verspringend orgeldak met zeven fronttorens. Deze worden bekroond door musicerende engelen. De centrale toren is voorzien van een harpspelende Koning David. In 2000 is de toren van de kerk volledig gerenoveerd.
Museum Het Oude Raadhuis
Museum Het Oude Raadhuis heeft in 2007 een grondige verbouwing ondergaan en het resultaat mag er zijn. De collectie van Museum Het Oude Raadhuis geeft een goed beeld van de geschiedenis van Urk en haar inwoners. Een grote groep enthousiaste vrijwilligers van de Vereniging Vrienden van Urk houdt samen met de gemeente de collectie in stand. Momenteel zijn er tentoonstellingen over onder andere de Urker kledingdracht, het werk van de Nederlandse schilder Ernst Leyden, het werk van knipselkunstenaar Jan Visscher en het Urker volksleven.