Wûnseradiel

Plaatsen > Wûnseradiel

De gemeente Wûnseradiel ligt in de provincie Friesland. Inwoneraantal: 11.939; Oppervlakte: 320,61 km²; Wateroppervlakte: 162,42 km².

De gemeente Wûnseradiel kent de woonkernen:

  • Allingawier
  • Arkum, 
  • Arum, 
  • Atzeburen, 
  • Baarderburen, 
  • Baburen, 
  • Breezanddijk, 
  • Burgwerd, 
  • Cornwerd, 
  • De Blokken, 
  • Dedgum, 
  • Dijksterburen, 
  • Doniaburen, 
  • Eemswoude, 
  • Engwier, 
  • Exmorra
  • Exmorrazijl,
  • Ferwoude, 
  • Gaast, 
  • Gooium, 
  • Grauwe Kat, 
  • Harkezijl, 
  • Hartwerd, 
  • Hayum, 
  • Hemert, 
  • Hichtum, 
  • Hieslum, 
  • Idsegahuizum, 
  • Idserdaburen, 
  • It Fliet, 
  • Jonkershuizen, 
  • Jousterp, 
  • Kampen
  • Kimswerd, 
  • Kooihuizen,
  • Kornwerderzand,
  • Koudehuizum, 
  • Lollum, 
  • Longerhouw, 
  • Makkum
  • Oosthem, 
  • Parrega,
  • Piaam
  • Pingjum,
  • Rijtseterp, 
  • Scharneburen, 
  • Schettens, 
  • Schraard, 
  • Strand, 
  • Tjerkwerd, 
  • Vierhuizen
  • Witmarsum, 
  • Wonneburen, 
  • Wons, 
  • Zurich

De Gemeente Wûnseradiel heeft er niet altijd zo uit gezien als hoe de situatie nu is. Wind, zee en ijs hebben langzaam maar zeker het land veranderd, vervormd en vernieuwd.

In de Risz-ijstijd was Wûnseradiel bedekt met een dikke laag ijs. Toen het ijs smolt, bleef er een grote laag keileem achter. Over deze laag leem kwam vervolgens zo’n acht- tot negenduizend jaar geleden dekzand, dat door de wind aangevoerd was. In de tijd daarna steeg de zeespiegel, en alle organische stoffen konden zo snel niet verteerd worden. Daardoor werd bijna heel Wûnseradiel bedekt met een laag veen. Door het zo nu en dan overstromen van de zee is er tenslotte zeeklei afgezet. Na lange tijd ontstond er zo een dik kleipakket. Dit pakket vormt voor het grootste gedeelte de bodem van de gemeente Wûnseradiel. In de Makkumer-, de Parregaaster-, en de Workumermeerpolders is echter geen klei; komt het veen tot aan de oppervlakte voor.

De invloed die de zee ooit in Wûnseradiel heeft gehad is nog goed terug te zien in het landschap. In de 11e en 12e eeuw drong de zeearm De Marneslenk ver in het land door. Om zich goed tegen het zeewater van de Marneslenk te kunnen beschermen wierpen de bewoners van Wûnseradiel allemaal dijken op, die samen De Gouden Halsband vormen. Een aantal stukken dijk van deze halsband zijn bewaard gebleven.

De Marneslenk
Tot ongeveer 1000 na Chr. bestond het noordelijke en westelijke deel van Friesland grotendeels uit grillig wadlandschap. De opgeslibde kwelders, die alleen nog bij hele hoge waterstanden overstroomden, werden doorsneden met brede slenken. Ook in de gemeente Wûnseradiel was zo’n slenk: de Marneslenk.

De Marne liep ooit in een halve cirkel noordelijk en oostelijk rond Pingjum en drong voorbij Witmarsum verder landinwaarts tot aan Bolsward. Bij geologisch onderzoek is vast gesteld dat de Marne pas in de 9e en 10e eeuw zijn grootste agressiviteit en uitbreiding heeft bereikt.

De Marne slibt dicht
De Marne lijkt vanaf de 11e eeuw snel te zijn dichtgeslibd. Er werd een nieuwe dijk over een paar nieuwe kwelderwallen in de Marne aangelegd. Deze dijk liep parallel aan een dijk een kilometer noordelijk van de Penjumer Riege en Nesserlaan. Toen deze polder er eenmaal was, was de Marne een flink stuk smaller geworden. Door nog meer droogleggingen in het achterland slibde de Marne steeds verder dicht. Nog voor 1200 werd de Marne afgedamd. Op de plaats waar de zeedijk de geul van de Marne sneed, kwam een uitwateringssluis, de Ulkezijl. In 1562 bestond die zijl al niet meer.

In het land is de oude zee-erosiegeul de Marne nog te herkennen als een wat lager liggend gedeelte ter weerszijden van de Bedelaarsvaart en de Harlinger- en Witmarsumer vaart.

Aan het landschap rond Pingjum is nog steeds te zien, dat de zee hier vroeger een grote invloed heeft gehad. Het dorp Pingjum zelf ligt op een getij-oeverwal. Deze oeverwallen zijn ontstaan in een tijd dat de zee vrije toegang had doordat De Marneslenk ver in het landschap van Wûnseradiel doordrong.

De eerste dijken
Om zich te beschermen tegen het zeewater, gingen de mensen in de loop van de 11e eeuw dijken rondom de Marneslenk aanleggen. De kwelderwallen die al om de Marneslenk lagen waren waarschijnlijk niet overal even hoog; op de wat lagere plekken lieten ze wel eens water door. Het lag voor de hand om op die plekken lage dijkjes aan te leggen. Zo ontstond binnen redelijk korte tijd een lage waterkering over lange afstand.

De Gouden Halsband
Zo langzamerhand werd de hele Marneslenk ingesloten door dijken. Samen vormden deze dijken de Gouden Halsband. Het zuidelijke gedeelte van de Halsband, tussen Zurich en Kathuizum, is als laatste aangelegd. Deze binnendijk loopt niet rechtdoor, maar bestaat uit een groot aantal haaks op elkaar staande stukken. Dat zou erop kunnen wijzen, dat deze dijk door een aantal individuele landeigenaren, die overlast hadden van het water uit het zuiden, op de grenzen van hun bezit is aangelegd.

Door het ontstaan van de Zuiderzee en door verwaarlozing van de zeedijken hadden vooral Wons en Makkum veel last van overstromingen. De dijken van de Gouden Halsband deden hun werk echter goed: bij de laatste overstroming in Friesland, in 1825, bleef het gebied rond Pingjum droog. Na 1825 kregen de zeedijken meer aandacht dan de binnendijken. In 1863 ontdekte men dat de de Pingjumer Halsband sterk verwaarloosd bleek te zijn; er waren doorgangen door de dijken gegraven. Op 9 november 1892 hebben de Staten van Friesland besloten tot opheffing van de Pingjumer Halsband als zeewering.

Hoewel de Pingjumer Halsband al meer dan een eeuw geen functie meer heeft, is een groot deel van het oude dijkenbestand nog steeds intact. De ‘Griendiken’ zijn overal goed bewaard gebleven. Een belangrijk deel van de zuidelijke dijk, tussen Zurich en Kathuizum, is er nog, en het stuk tussen de Bedelaarsvaart en de aansluiting op de weg Witmarsum-Arum is er nog helemaal. De andere stukken van de Gouden Halsband zijn voor het grootste deel in de loop van de tijd verdwenen.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *