Thema’s > Nieuwe Hollandse Waterlinie
Nederland verdedigde zich voor het eerst met water tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Door dijken door te steken kwamen polders onder water te staan. In 1672 werd in alle haast een waterlinie aangelegd tegen oprukkende Fransen: de Oude Hollandse Waterlinie. Deze Linie liep van Muiden naar Woerden, via Schoonhoven naar Gorinchem en westelijk van de stad Utrecht. Na 1815 besloot het Rijk om Utrecht binnen deze linie te leggen. Dit was het begin van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
De Nieuwe Hollandse Waterlinie werd tussen 1815 en 1940 aangelegd om in geval van oorlog een strook land van Muiden tot aan de Biesbosch onder water te kunnen zetten om zo optrekkende legers een halt toe te roepen. De linie bestaat uit 46 forten en vijf vestingsteden en wordt verbonden door grofweg duizend militaire en waterbouwkundige objecten zoals vele kazematten, sluizen en groepsschuilplaatsen.
Forten hadden een vrij schootsveld nodig. Daarom was het oprichten van obstakels binnen 1 kilometer rondom het fort aan regels gebonden. Dit waren de Verboden Kringen.
In 1999 werd het gebied aangewezen als Nationaal Project in de Nota Belvedere. In het Linieperspectief Panorama Krayenhoff is deze visie voor het hele gebied beschreven. Het Nationaal Project stelt zich ten doel de Nieuwe Hollandse Waterlinie als onderdeel van het Nederlands cultureel en landschappelijk erfgoed tot een herkenbare ruimtelijke eenheid te maken en deze duurzaam in stand te houden. Hiertoe zullen eigentijdse functies (zoals recreatie, waterbeheer, landbouw, natuur, verkeer en vervoer) aan de Linie worden toegevoegd, met als uitgangspunt behoud door ontwikkeling.
In 2008 stelde het kabinet en provincies bijna tweehonderd miljoen euro beschikbaar om een deel van de waterlinie in oude glorie te herstellen. Het geld was vooral bedoeld voor renovatie van forten, landschapsontwikkeling, recreatie en waterbeheer, en moet een ‘duurzame groene zone’ aan de oostkant van de Randstad creëren.
In 2009 is de Nieuwe Hollandse Waterlinie tot rijksmonument benoemd, waardoor de forten, vestingsteden, dijken en sluizen in de verdedigingswerken beter kunnen worden beschermd. Met de aanwijzing kunnen ook landschappen, kanalen en dijken als cultuurhistorisch waardevol worden aangemerkt. De Hollandse Waterlinie werd hiermee het grootste monument van Nederland.