Plaatsen > Zuiderzee
De Zuiderzee was de binnenzee welke inmiddels door de afsluitdijk van de Noordzee en waddenzee is gescheiden.
De havensteden rond de Zuiderzee danken hun groei aan de handel met andere steden in Nederland en in het buitenland. In de vijftiende en zestiende eeuw bracht de Oostzeehandel welvaart aan Amsterdam en andere Hollandse en Friese steden. In het begin van de zeventiende eeuw dreven vooral de Hollandse steden, verenigd in de Verenigde Oost-Indische Compagnie, handel met landen in Azië.
Andere plaatsen ontwikkelden hun nijverheid, zoals de Friese steden Workum en Makkum, die tot op de dag van vandaag keramiek vervaardigen. Kleinere steden en dorpen zonder handelsactiviteiten ontplooiden visserijactiviteiten op de Zuiderzee en de Noordzee. Voor de visserij was de Zuiderzee erg belangrijk. De vissers uit Volendam, Marken, Elburg en Urk voeren er met hun vissersschepen.
Als het hard stormde, kon het op de Zuiderzee flink spoken. Bovendien werden de kusten vaak getroffen door overstromingen. Het laatst gebeurde dat in 1916. Bij Volendam, Harderwijk en Nijkerk braken de dijken door. In Friesland gebeurde hetzelfde. Ook het eiland Marken verdween bijna in zee. Dijken zijn aarden wallen die het land tegen het water beschermen. Na deze ramp in 1916 besloot de regering de Zuiderzee af te sluiten.
Ingenieur Lely bedacht een plan. Door polders te maken zou Nederland er veel landbouwgrond bij krijgen. Nadat in 1927 de proefpolder Andijk werd aangelegd volgde in 1930 de Wieringermeerpolder in het noorden van Noord-Holland. Later volgden de Noord-Oostpolder (1942), Oostelijk (1957) en Zuidelijk Flevoland (1968). De Markerpolder is nooit gerealiseerd.
Wilt u meer zien over de geschiedenis van de Zuiderzee, kijk dan eens in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen en in het Nieuw Land Erfgoedcentrum in Lelystad . Hier is veel te zien over de geschiedenis van de Zuiderzee en het IJsselmeer.